
Het Nederlands Openluchtmuseum voegde in 2025 op diverse locaties in het museumpark voorwerpen toe die te maken hebben met onze menstruatiecultuur. Maandverband en tampons, prullenbakjes en oude wasbare maandverbanden geven een beeld van hoe er in huishoudens vroeger werd omgegaan met ongesteldheid. Hoe heeft het museum dat gedaan en waarom?
– DOOR INGE SCHRIEMER –
In 2023 en 2024 hielden we in het museum tien bijeenkomsten waarin ervaringsdeskundigen hun herinneringen deelden. In totaal verzamelden we zo 162 menstruatieverhalen. Die verhalen geven inzicht in hoe mensen omgingen en omgaan met pijn en schaamte, hoe de menstruatie en de beschikbare menstruatieproducten invloed hadden op alledaagse bezigheden, op het zelfbeeld en op de omgang met anderen.
Menstruatieverhalen
De verhalen over menstruatiecultuur in Nederland vormden de basis voor de aanpassingen in de historisch ingerichte woningen in het museum. Wij bekeken op welke museumlocaties kleding, wassen of hygiëne centraal staan. Daar werden bijvoorbeeld wasbare maandverbanden aan een wasrek gehangen of andere menstruatieproducten in het interieur geplaatst. Op een paar plaatsen kon zo met een kleine ingreep menstruatiecultuur zichtbaar worden gemaakt als natuurlijk onderdeel van de rest van de presentatie, bijvoorbeeld door een prullenbakje naast de wc te zetten.
Een voorbeeld hiervan is in de Watersnoodwoning uit 1954. Oud bewoonster Truus (1948) vertelde: ‘Op zondag spoelde mijn moeder de wasbare maandverbanden uit. Daarna gingen ze met de witte kookwas mee in de grote, grijze, emaillen wasketel op de kachel in de keuken. De kookwas werd zondagavond aangezet en op maandag werd de was gedaan. De kleine dingen uit de was, hingen te drogen aan de roede rond de kachel. Daar hingen de maandverbanden ook gewoon, en washandjes en ander klein wasgoed, zoals sokken.’

‘Die meissies van u, hebben die geholpen?’
Niet elk gebouw leent zich ervoor en er zijn ook veel onderwerpen die moeilijk op een natuurlijke manier in te passen of te verbeelden zijn. Aan collega’s die als presentator in het museumpark werken, vertelde ik de verhalen die mensen met mij hadden gedeeld. Zodat zij desgevraagd ook verhalen kunnen vertellen aan bezoekers. Bijvoorbeeld in boerderij Varik waar te zien is hoe werd ingemaakt. Bij het verwerken van etenswaren komt ook al gauw bijgeloof over giftige menstruatie ter sprake.
Zo vertelde Arendina (1944): ‘In de winter aten we bonen uit het zout. Mijn moeder kocht kilo’s sperziebonen bij een naburige tuinder, om in te maken. Alle kinderen hielpen mee. De boontjes in een Keulse pot in zout water. Maar in een bepaald jaar was de inmaak niet goed. De bonen waren oneetbaar. Mijn moeder vroeg de tuinder of hij enig idee had hoe dat kon. “Ja’, zei de oude tuinder, “die meissies van u, hebben die geholpen bij de inmaak toen ze …je weet wel…waren?” Mijn moeder wees zulke onzin resoluut van de hand. Achteraf bleek dat hij had geëxperimenteerd met landbouwgif.’ Arendina is nog steeds verontwaardigd over het voorval. Toch geloofden mensen eeuwenlang dat menstruatiebloed giftig was. Hoe kwam dat en wat betekende dat voor mensen?

Spiegels worden dof
In de eerste eeuw na Christus beweerde Plinius de Oudere in een encyclopedisch werk over de natuur en mensen dat men ‘niet snel iets vindt met een onheilspellender effect dan het menstruatievocht van vrouwen’. Most verzuurt, gewassen worden onvruchtbaar, tuinplanten verdorren, glanzende spiegels worden dof, bijenkorven ontvolken, brons en ijzer roesten op slag. De opsomming aan narigheid ging nog veel verder. Plinius dichtte menstruatiebloed ook geneeskracht toe. Zo zou seks tijdens menstruatie epilepsie (bij mannen) genezen en zou aanraking door een menstruerende vrouw koorts verlichten.
Medisch-historicus Ruben Verwaal schreef een boek over lichaamssappen: Bloed, zweet en tranen. Een geschiedenis van de vloeibare mens (Amsterdam 2023). En uiteraard staat daarin een hoofdstuk over menstruatiebloed. Verwaal beschrijft hoe rond 1700 de medische opinie veranderde en dat de Vlaamse medicus Jean Palfyn schreef dat menstruatiebloed ‘helemaal geen kwaadaardig bloed (is), zoals veel mensen denken’. Het volksgeloof in de kracht van menstruatiebloed bleek hardnekkig. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor. Menstruatiebloed is niet krachtig, noch giftig. Toch beïnvloedt dit bijgeloof het dagelijks leven nog tot nu.
Schadelijke kracht van menstruatiebloed
Veel mensen in Europa geloofden dat bepaalde etenswaren, zoals vlees of melk, zouden bederven als een menstruerende persoon dichtbij kwam. En brooddeeg zou niet rijzen. Wanneer je menstrueerde, bereidde je bepaalde voedingsmiddelen liever niet en betrad je zeker geen werkplaats van een bakkerij of slagerij. Het Nederlands Openluchtmuseum bewaart een negentiende-eeuwse kinderprent met de tekst: ‘Daar was eens een vrouw / Die koeken bakken zou / En het meel dat wou niet rijzen…’ Voor jong publiek waren afbeelding en vers vooral grappig. Maar wie inmiddels ‘de regels’ had en in het huishouden meewerkte, dacht waarschijnlijk ogenblikkelijk aan waarschuwingen over de schadelijke kracht van menstruatiebloed.

Culturele regels
Er is nog veel meer bijgeloof verbonden met ‘de regels’. Zo waarschuwde Arendina’s grootmoeder dat haar dochter ‘zich van onderen niet mocht wassen als ze ongesteld was, want daar kon je erg ziek van worden’. Ook dit idee was wijdverbreid. En Lisette’s (1955) moeder zei ‘dat ik niet mocht douchen als ik ongesteld was, omdat je dan langer ongesteld bent.’ Ook nu zijn er culturele regels die te maken hebben met menstruatie. Een moslima (2001) benoemde: ‘Binnen mijn geloof mag je dan niet bidden of vasten en ook niet koken.’ Ook in de Afro-Surinaamse cultuur is eten klaarmaken ongewenst. Zo vertelde Krofaya (1954): ‘Tijdens de menstruatie mocht je absoluut niet koken of in de keuken komen.’ Een andere vrouw (2005) vertelde: ‘Ik mag dan niet koken en niet afwassen.’
Verwaal schrijft dat het volksgeloof gebaseerd was op vooroordelen en seksisme. Pas begin twintigste eeuw beschreven gynaecologen de werking van de baarmoeder en hormonen correct. Het is niet verwonderlijk dat het volksgeloof nog lang in stand bleef. Bovendien is bloed in het algemeen verbonden met gevaar. Bloed impliceert immers vaak verwondingen, ziekte, zelfs dood. Met al het voorgaande in gedachten wordt voorstelbaar hoe er onterecht zoveel bijgeloof, zelfs taboe, ontstond rondom menstruatie. Des te belangrijker is het dat musea zoals het Nederlands Openluchtmuseum het onderwerp menstruatie zichtbaar maken. Door de zichtbaarheid te vergroten, zullen meer mensen in een ontspannen sfeer met elkaar ervaringen delen. Tijdens hun bezoek aan het museum én daarna. Dat draagt bij aan het verkleinen van het taboe en het verminderen van schaamte.
Over de auteur
Inge Schriemer (links – foto Nederlands Openluchtmuseum) is conservator bij het Nederlands Openluchtmuseum en initiator van het verzamelproject over menstruatiecultuur. Op de website van het museum kun je geregeld artikelen van haar hand lezen. Bovenstaand artikel werd in mei 2025 – in een iets andere vorm – gepubliceerd: ‘Die meissies van u, hebben die geholpen bij de inmaak?’ Over bijgeloof en menstruatie | Nederlands Openluchtmuseum. Zelf een kijkje nemen? Kijk voor openingstijden en toegangsprijzen op Openingstijden & toegangsprijzen | Nederlands Openluchtmuseum.
Period! is een onafhankelijk, online magazine over de menstruatiecyclus. De informatie op Period! vervangt geen medisch consult. Raadpleeg bij medische klachten altijd een arts. In redactionele artikelen kom je soms affiliatielinks tegen. Gesponsorde samenwerkingen vind je in de categorie Spotlight. Waar we vrouwen zeggen bedoelen wij: iedereen met een menstruatiecyclus en/of iedereen die zich als vrouw afficheert. Heb je vragen? Kijk dan even op onze contactpagina.