‘Vrouwen zijn een foutje van de natuur.’ Dit schreef Aristoteles (384-322 v Chr) in zijn werk Generatione Animalium. De Griekse filosoof beschouwde vrouwen als mannelijke wezens, maar dan met hun genitaliën binnenin hun lichaam in plaats van daarbuiten. Aangezien ze geen sperma konden produceren, waren ze minderwaardig.
In de Oudheid dacht Aristoteles dat mannen de energie die ze uit hun voedsel haalden, in hun lichaam konden verhitten en om konden zetten in sperma. Vrouwen waren hiertoe niet in staat. Zij misten die belangrijke innerlijke hitte (eveneens de reden waarom ze niet zo intelligent waren). Omdat die energie toch ergens heen moest, werden vrouwen iedere maand ongesteld; het bloed was een overblijfsel. Menstruatie, door Aristoteles beschouwd als een moeilijke tijd voor vrouwen waarin ze ‘een inferieur soort vrouwelijk sperma’ maakten, was dus een duidelijk teken van minderwaardigheid.
Aristoteles had ook een paar rare ideeën over voortplanting. Hij dacht dat een kind alleen van het zaad van de man afstamde; het lichaam van de vrouw was slechts een plaats om te groeien. Doordat alleen mannelijk zaad de kracht had om voor nakomelingen te zorgen, werden vrouwen gezien als een afwijking van het ideale, mannelijke model. Omdat ze geen sperma produceerden, waren ze net zo nutteloos als onvruchtbare mannen.
Zijn uitleg: ‘Net zoals misvormde ouders soms voor misvormde nakomelingen zorgen en soms niet, zo zijn de nakomelingen van een vrouw soms vrouwelijk en soms niet. De reden hiervoor is dat de vrouw zoals een misvormde man is.’
Lees ook:
Arme Sisi
Gevaarlijk spul
Even lekker ontgiften
Illustratie: Shutterstock.
Period! is een onafhankelijk, online magazine over de menstruatiecyclus. De informatie op Period! vervangt geen medisch consult. Raadpleeg bij medische klachten altijd een arts. In redactionele artikelen kom je soms affiliatielinks tegen. Gesponsorde samenwerkingen vind je in de categorie Spotlight. Heb je vragen? Kijk dan even op onze contactpagina.