Mannen en vrouwen zijn gelijk. Tuurlijk. Behalve als het op de gezondheid aankomt, want in biologisch opzicht zijn er enorme verschillen. Pas sinds kort is daar meer aandacht voor. Dat werd tijd, want in de medische wetenschap is het mannenlijf sinds jaar en dag de standaard. Dat zaadje werd meteen geplant in de oudheid. Door bijvoorbeeld Aristoteles werden vrouwen als misvormde mannen beschouwd, een foutje van de natuur, met genitaliën binnenin hun lichaam in plaats van daarbuiten. Sperma produceren stond bij de oude Grieken in hoger aanzien dan kinderen baren.
Vrouwspecifieke kwesties als menstruatie, zwangerschap, bevalling en de vrouwelijke anatomie stonden eeuwenlang niet al te hoog op de prioriteitenlijst. Niet heel verwonderlijk: de academische wereld bleef lang een hermetisch gesloten mannenbolwerk. In Nederland werd de eerste vrouwelijke hoogleraar (Johanna Westerdijk) pas in 1917 benoemd. En pas sinds 2015 heeft Nederland de eerste vrouwelijke hoogleraar in de algemene gynaecologie Marlies Bongers.
Gynaecologie en obstetrie staan binnen de academische wereld nog altijd relatief laag in de pikorde
Gebrek aan belangstelling betekent automatisch gebrek aan kennis. Zo kon het gebeuren dat bijvoorbeeld de link tussen menstruatie en ovulatie pas in 1831 werd ontdekt en dat in de jaren zeventig van de vorige eeuw nog altijd werd gediscussieerd over het wel of niet bestaan van menotoxine ofwel menstruatiegif (spoiler: menstruerende vrouwen scheiden géén giftige stoffen uit). Nog altijd staan gynaecologie en obstetrie binnen de academische wereld relatief laag in de pikorde. En nog steeds is het mannenlichaam de standaard. Wetenschappelijk onderzoek wordt doorgaans op mannelijke proefpersonen en/of proefdieren uitgevoerd en medicijnen worden meestal op mannen getest. Met opzet, omdat de menstruele cyclus de testresultaten zou kunnen beïnvloeden.
Gelijkheid is een groot goed, maar niet als het gaat om gezondheidszorg en medische wetenschap, is de conclusie. Er zijn nu eenmaal biologische verschillen. Kijk alleen al naar de fysieke kenmerken: mannen zijn gemiddeld 11 cm langer en 12 kilo zwaarder dan vrouwen. Ze hebben minder vetweefsel (15% versus 20%) en meer spiermassa (40% versus 30%). De gemiddelde hartslag is anders. Bij mannen is deze 70-85 slagen per minuut, bij vrouwen 75-90 slagen per minuut. De voortplantingsorganen zien er volledig anders uit en ook de hormoonhuishouding is compleet anders.
Doordat genderverschillen te weinig worden meegewogen in de medische wetenschap, en doordat medicijnen doorgaans op mannen zijn getest, hebben vrouwen 60% meer kans op bijwerkingen van medicijnen. Daardoor belanden zij 33% vaker in het ziekenhuis. Het aantal ziekenhuisopnamen is onder vrouwen sowieso 20% hoger. Meer cijfers? Van de vrouwen heeft 53% minimaal één langdurige aandoening, versus 41% van de mannen. En van de zorgvragers met onverklaarbare klachten is circa 80% vrouw. Vrouwen overlijden vaker aan hart- en vaatziekten: 57 vrouwen versus 51 mannen per dag. Ze hebben 2 keer vaker een depressie dan mannen (1 op de 5 versus 1 op de 10), 2 keer vaker een bewegingsbeperking (denk aan reumatoïde artritis), 3 keer vaker osteoporose (botontkalking) en 3 keer vaker migraine.
Vrouwen kunnen dingen die mannen niet kunnen: dagen bloeden zonder dood te gaan
Toch het zwakke geslacht dus? Nou. Nee. For starters: vrouwen worden ouder (al brengen ze daardoor gemiddeld 5 jaar langer in slechte gezondheid door) en ze kunnen dingen die mannen niet kunnen, zoals menstrueren – ofwel dagen bloeden zonder dood te gaan – en kinderen baren. Daarbij geven de cijfers natuurlijk een ietwat vertekend beeld. Vrouwen overlijden inderdaad vaker aan hart- en vaatziekten, omdat een hartinfarct bij hen minder snel wordt herkend én omdat de diagnose vaak volledig wordt gemist. Het heeft er bijvoorbeeld alle schijn van dat het uitmaakt op welk moment van de menstruele cyclus je door de cardioloog wordt onderzocht. Of door de longarts, allergoloog of reumatoloog.
Meer onderzoek betekent ongetwijfeld grote gezondheidswinst. Dat zal duidelijk zijn. Tot dan blijft het opletten geblazen. Serieuze gezondheidsproblemen worden te vaak over het hoofd gezien. Bijvoorbeeld door de aanname dat menstruatieklachten, zoals hevige pijn en extreem bloedverlies, er nu eenmaal bij horen. Het omgekeerde is ook waar: vrouwen met overgangsklachten krijgen geregeld het etiket ‘burn-out’ of depressie opgeplakt, terwijl ze een hormonaal probleem hebben, of worden met vage klachten naar bijvoorbeeld de reumatoloog doorgestuurd. Verrassend: hebben vrouwen wel een reumatische aandoening, zoals de ziekte van Bechterew, dan wordt die diagnose bij hen gemiddeld vijf jaar later gesteld.
De moraal zal duidelijk zijn: een vrouwenlichaam zit volledig anders in elkaar dan een mannenlichaam en heeft dus ook andere zorg nodig. Steeds meer ziekenhuizen hebben een gespecialiseerde menopauze- of menstruatiepoli. Daarvoor is wel een verwijzing van de huisarts nodig. Dat is niet altijd het geval bij de in vrouwen gespecialiseerde centra als Vrouwenpoli Boxmeer (van vrouwenarts Barbara Havenith), Care for Women (zo’n 150 praktijken door heel Nederland, opgericht door Catherine van Heest), Bergman Clinics en Gynos Vrouwenklinieken. Al kan het gebrek aan doorverwijzing wel consequenties voor vergoeding van de zorgverzekering hebben. Meerwaarde van deze in vrouwenzorg gespecialiseerde centra is dat je er vaak meerdere disciplines onder één dak vindt, dus niet alleen vrouwenartsen, maar ook orthomoleculair artsen, voedingsdeskundigen, seksuologen enzovoort.
De cijfers uit dit artikel zijn van Women.inc
Meer lezen?
Behandel me als een dame
Hebben mannen ook een cyclus?
Man-struatie (1)
Man genoeg voor een tampon?
Illustratie: Shutterstock.
Period! is een onafhankelijk, online magazine over de menstruatiecyclus. De informatie op Period! vervangt geen medisch consult. Raadpleeg bij medische klachten altijd een arts. In redactionele artikelen kom je soms affiliatielinks tegen. Gesponsorde samenwerkingen vind je in de categorie Spotlight. Heb je vragen? Kijk dan even op onze contactpagina.